Als kinderen ongeveer vijf jaar oud zijn, zijn ze ook steeds meer buiten het zicht van hun ouders. Ze gaan misschien buiten spelen of lopen op het strand ook nog weleens van het plekje weg. Het is dan belangrijk dat kinderen zichzelf kunnen redden als ze onverwachts in het water zouden vallen. Motorisch gezien is een kind van vijf jaar in staat om zwemmen te leren en ze vinden het vaak nog leuk ook. In Nederland kun je drie basis zwemdiploma’s halen, namelijk A, B en C.

Wat moet je kunnen?

Bij zwemdiploma A moet een kind laten zien dat ze een basisconditie hebben en de basisvaardigheden beheersen om op een veilige manier in een zwembad zonder attracties te recreëren en te bewegen.

Bij zwemdiploma B moet een kind laten zien dat ze een goede conditie hebben en vaardig genoeg zijn om op een veilige manier in een zwembad met attracties te recreëren en te bewegen. Hij of zij moet zich ook goed kunnen oriënteren boven én onder water. Zwemattracties kunnen zijn: golfslagbad, stroomversnelling, wildwaterbaan of glijbaan.

Bij zwemdiploma C moet je kind laten zien een uitstekende conditie te hebben, in alle zwembaden veilig te kunnen recreëren en bewegen, maar ook in open water of grote golfslag. Met ABC voldoet je kind aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.


Gecategoriseerd in:Zwemmen en kinderen